Nieuws uit ZwollePolitiek & OpinieVoorpagina

AUDIO – Gemeente Zwolle speelde geen actieve rol bij verkoop van Joods bezit tijdens oorlog, blijkt uit onderzoek

Zwolle – Een recent onderzoek uitgevoerd door Meta Huijsman, een promovendus bij het Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocide-studies (NIOD), werpt nieuw licht op de rol van de gemeente Zwolle bij de verkoop van Joods bezit tijdens de oorlogsjaren. In opdracht van van Zwolle heeft Huijsman onderzoek gedaan naar twee belangrijke vragen.


Interview met Meta Huijsmans Promovenda NIOD instituut, Ingrid Petiet van de Joodse gemeenschap in Zwolle, burgemeester van Zwolle Peter Snijders en Jaap Hagedoorn, historicus


“De onderzoeksvragen waren tweeledig,” legt Huijsman uit. “Allereerst wilden we weten of de gemeente na de oorlog heffingen heeft opgelegd die als onbillijk konden worden beschouwd. Ten tweede wilden we onderzoeken of de gemeente tijdens de oorlog panden heeft gekocht van Joods bezit.”

De resultaten van het onderzoek zijn duidelijk. “Er zijn geen aanwijzingen gevonden dat het gemeentebestuur van Zwolle rekeningen heeft gepresenteerd die als onbillijk kunnen worden beschouwd,” verklaart Huijsman. “Evenmin zijn er aanwijzingen gevonden dat de gemeente tijdens de oorlog panden heeft gekocht die oorspronkelijk van Joodse eigenaren zijn geweest.”

Geen actieve rol, wel sprake was van administratieve ondersteuning

Het onderzoek werpt ook licht op de bredere context van de handel in Joods bezit tijdens de oorlog. Huijsman merkt op dat hoewel de gemeente Zwolle geen actieve rol speelde in de aanschaf van panden, er wel sprake was van administratieve ondersteuning. “Het gemeentebestuur heeft zich voornamelijk administratief faciliterend opgesteld,” legt Huijsman uit. “Inlichtingen werden gevraagd en geleverd, maar de gemeente heeft niet actief geprobeerd te profiteren van de situatie door panden onder de marktwaarde aan te schaffen.” Huijsman vervolgt: “Er was een veel actievere rol bij particuliere individuele oorlogskopers, makelaars, notarissen en natuurlijk de Duitse bezetter en haar organisaties.”

We zijn blij dat het rapport er is. Dat er duidelijkheid is over de rol van de gemeente Zwolle, die niet de zwarte rol heeft gespeeld die in sommige gemeenten wel is voorgekomen.
Ingrid Petiet, Joodse gemeenschap Zwolle

 

De reacties op het rapport zijn over het algemeen positief. Ingrid Petiet, een vertegenwoordiger van de Joodse gemeenschap in Zwolle, is blij met de duidelijkheid die het rapport biedt. “We zijn blij dat het er is,” zegt zij. “Dat er duidelijkheid is over de rol van de gemeente Zwolle, die niet de zwarte rol heeft gespeeld die in sommige gemeenten wel is voorgekomen.” Over het onderzoek zegt Petiet: “De geschiedenis van een samenleving kent altijd bladzijden van allerlei kleuren. En er zitten ook zwarte bladzijden tussen. Die zwarte bladzijden moet je ook lezen. Je moet door het zwart heen kijken wat er eigenlijk onder geschreven staat en dat heeft Meta in het onderzoek gedaan”.

 

Burgemeester Peter Snijders van Zwolle is onder de indruk van de bevindingen van het onderzoek. “Het is  indrukwekkend om te lezen hoe de burgemeesters destijds hebben geacteerd,” zegt hij. “Het zet je aan het denken over hoe je zelf zou handelen in zo’n situatie.”

 

In een tijd waarin de bezetter en de druk van de omstandigheden hun stempel drukten op de keuzes die gemaakt moesten worden, blijft de vraag hangen wat te doen als gemeentebestuur. Burgemeester Snijders benadrukt dit dilemma: “Het was voor hen echt schipperen tussen wat de bezetter beval en wat goed was voor de inwoners.” Terwijl de eerste burgemeester snel een ferm besluit nam en daarmee zijn invloed verloor, balanceerde de tweede burgemeester Van Karnebeek tussen meewerken aan de bezetter en zijn eigen morele grenzen stellen.

Over deze innerlijke strijd zegt Snijders: “Het is boeiend en je zult nooit weten wat de echte drijfveren waren om zo’n keuze te maken op dat moment.” Dit dilemma, tussen plicht en overtuiging, is een vraag die ons allen bezighoudt, zoals Snijders aangeeft: “Elke dag neem ik beslissingen vanuit mijn eigen overtuiging, voor wat goed is voor de stad en de inwoners maar oorlog is van een heel andere orde en dan ben je niet helemaal vrij of helemaal níet vrij om dat soort afwegingen te maken.”

Het rapport werpt ook een licht op de ervaringen van de Joodse gemeenschap tijdens en na de oorlog. Historicus Jaap Hagedoorn, gespecialiseerd in de Joodse geschiedenis van Zwolle, benadrukt de impact van de oorlog op de gemeenschap. “Er waren zo’n 750 Joodse inwoners van Zwolle, waarvan ongeveer 500 niet zijn teruggekeerd,” legt hij uit. “Het was voor de overlevenden erg moeilijk om weer te integreren na zo’n traumatische ervaring.”

Stel je eens voor dat je terugkomt en dat je tot de conclusie komt dat je hele familie uitgemoord is, dat jouw bezit is afgenomen, niet alleen je pand, maar ook datgene wat erin stond. Jaap Hagedoorn, Historicus

Hij schetst de zeer moeilijke terugkeer: “Stel je eens voor dat je terugkomt en dat je tot de conclusie komt dat je hele familie uitgemoord is, dat jouw bezit is afgenomen, niet alleen je pand, maar ook datgene wat erin stond en dat je daarbij geen enkele steun hebt van wie dan ook om ervoor te zorgen dat je je rechten kunt laten gelden.”

Desondanks, benadrukt hij de veerkracht van de overlevenden: “Het is een wonder dat mensen overeind zijn gebleven en ervoor hebben gestreden om hun spullen weer terug te krijgen.” Hagendoorn wijst echter op de harde realiteit dat niet alle inspanningen om het verloren bezit terug te krijgen succesvol waren: “Het terug verkrijgen is niet altijd gelukt, want er zijn ook mensen die staalhard durfden te beweren dat datgene wat zij overduidelijk in bezit hadden van Joodse herkomst was, dat dat niet van degene was die het kwam claimen. Dus dat is natuurlijk verschrikkelijk.”

Onderzoeksrapport

Gerelateerde artikelen

Back to top button