Er komt een nieuwe busbrug in Zwolle die de verbinding gaat vormen tussen het nieuwe busperron aan de zuidzijde van het station (kant Lübeckplein) en de Willemskade/Nieuwe Veerallee. Iedere dag zullen ongeveer 1200 ‘busritten’ gebruik gaan maken van de brug. De overige ritten, die over het spoor moeten, lopen via de Van Karnebeektunnel. Dit zijn er ongeveer 600 per dag. Met de komst van de busbrug zal de verkeersdruk aan de voorzijde van het station aanzienlijk afnemen. Verwacht wordt de busbrug september 2018 te kunnen realiseren.
Busbrug
De brug wordt qua vormgeving een vloeiende lijn die past in het Zwolse stedelijke landschap. Over het spoor zal een afstand van circa 90 meter overbrugd gaan worden. De technische randvoorwaarden, zoals de hoogte boven de sporen (ongeveer 6,5 meter) en de plek waar de brug het spoor oversteekt, worden in nauw overleg met NS en ProRail vastgelegd. Door de geleidelijk oplopende helling wordt het motorgeluid van de bussen gereduceerd. Bovendien is het, door de ‘lange geleidelijke slinger’ in de brug, voor de busreizigers comfortabel zitten. Door het ontbreken van scherpe, haakse bochten hebben reizigers niet het gevoel in een achtbaan te zitten.
Busperron aan zuidzijde spoor
Het nieuwe busperron, die komt te liggen aan de zuidkant van het spoor (kant Lübeckplein), is het startpunt van de busbrug. Treinreizigers en buspassagiers kunnen straks vanuit een opgang in de spoortunnel direct de bus pakken. Het nieuwe busstation wordt daarmee ook een echt vervoersknooppunt waarbij trein en bus bij elkaar komen. ‘Het moet aangenaam vertoeven worden op het nieuwe busperron’, aldus verantwoordelijk wethouder Ed Danker. ‘Reizigers kunnen er comfortabel wachten met voldoende beschutting tegen wind, regen en zon.’ ‘We willen de spoorzone zo vormgeven dat het een verbinding gaat vormen tussen de fijnmazige binnenstad aan de ene kant en de hoogbouwkantoren aan de andere zijde van het spoor. Juist veel groen en openheid moeten zicht geven op het spoor en de stad.’
Aanbestedingstraject
In september 2013 besloten de provincie Overijssel en de gemeente Zwolle fors te investeren in de verdere verbetering van het stationsgebied en de ontwikkeling van de Spoorzone. Sindsdien heeft de gemeente in overleg met ProRail, NS en provincie gewerkt aan de uitgangspunten voor de Spoorzoneplannen en de busbrug. Deze uitgangspunten zijn vastgelegd in een Kwaliteitsboek. Daarnaast is er een Programma van Eisen opgesteld. Zodra het programma definitief door de raad is vastgesteld kunnen de voorbereidingen voor de aanbesteding beginnen. In overleg met ProRail worden combinaties van ontwerpers en bouwers geselecteerd die een ontwerp mogen maken voor de busbrug. Voordat de ontwerpers aan de slag gaan zal er nog gelegenheid zijn voor de stad om ideeën en suggesties mee te geven.
De ontwerpen voor de busbrug worden vervolgens door een beoordelingscommissie getoetst. De vormgeving telt daarin zwaar mee. Met het Programma van Eisen legt de gemeente nu al in grote lijnen de criteria vast voor de beoordeling van de ontwerpen.
Vervolg
B en W leggen het Programma van Eisen nu samen met het kwaliteitsboek Spoorzone voor aan de gemeenteraad. De nieuwe busverbinding past niet in het bestemmingsplan voor de Spoorzone. Daarom wordt een nieuw bestemmingsplan voor de busbrug voorbereid. Het ontwerp bestemmingsplan wordt in mei ter inzage gelegd.
