Gemeente Zwolle wil meer richtlijnen voor toegankelijkheid speeltuinen
Zwolle – Het college van burgemeester en wethouders van Zwolle wil met het aanstaande BOSS-beleid (Bewegen, Ontmoeten, Spelen, Sporten) richtlijnen voor toegankelijkheid en inclusie voor speeltuinen aan haar gemeenteraad voorleggen. Dat blijkt uit de beantwoording van vragen van CDA en D66 door wethouder Michiel van Willigen.
De gemeente Zwolle heeft ongeveer 380 speeltuinen met een relatief goede spreiding over
wijken en buurten. Er zijn wijken met beperkte openbare ruimte (zoals Pierik, Assendorp) waar er
minder speeltuinen zijn. Wijken met meer openbare ruimte zoals Aalanden en Zwolle Zuid hebben
meer speelgelegenheid. Assendorp is een uitzondering hierop. Daar is relatief weinig ruimte maar zijn wel verschillende speeltuinverenigingen actief.
Ervaringen
In het tweejaarlijkse buurt-voor-buurt onderzoek vraagt de gemeente uit hoe inwoners hun fysieke
leefomgeving ervaren, waaronder de speelvoorzieningen. De totale uitkomsten van de fysieke index is al jaren ongeveer gelijk. In totaal vindt 85% van de deelnemers in 2024 dat er voldoende
speelvoorzieningen aanwezig zijn. Dit percentage is stabiel gebleven ten opzichte van 2022.
De speeltuinen worden risico gestuurd beheerd. Dit wil zeggen dat op basis van een jaarlijkse inspectie bepaald wordt welke speelvoorzieningen aan vervanging toe zijn. Deze worden dan
ingebracht in de begroting als te vervangen kapitaalgoed. Bij akkoord worden deze in participatie met de buurt vervangen. Er wordt dan gekeken wat de behoeften zijn van de buurt
Meebeslissen
In een nieuw te ontwikkelen stadsdeel kijkt de gemeente onder andere wat er al is in betreffende wijk, welke mensen er komen wonen, hoe de wijk opgebouwd is (logische plekken en variatie in de wijk), hoeveel ruimte er is en wat dan mogelijk is om in te richten. Ook de beschikbare middelen binnen een project spelen hierin een rol.
Een nieuwe of te vervangen speeltuin komt tot stand met een uitgebreid participatietraject in
samenwerking met het wijkwerk. Veelal probeert Zwolle op locatie de input van gebruikers op te halen (dus ook van de omliggende fysio’s, sportservice en bijvoorbeeld ouderen). Het kan ook zijn dat men kinderen dan hun eigen speeltuin laat tekenen.
Klimaatadaptatie
Alle locaties worden nu in de systemen ondergebracht en zijn daarmee te koppelen aan alle andere fysieke kaarten zoals de hittestress- en wateroverlast-kaarten (en ook aan sociale-kaarten). Hieruit kan men bij vervanging kijken wat nodig is om ook wateroverlast op te vangen.
In het BOSS-beleid worden ook nieuwe inrichtingsprincipes opgesteld. Dit zijn basisprincipes over de inzet van participatie, vergroening, waterberging, biodiversiteit, toegankelijkheid en inclusie, duurzaam en circulair bij de (her)inrichting van een BOSS-locatie.