Kunst & CultuurNieuws uit ZwolleVoorpagina

Fijn- grof- en hoefsmederij J.H. Eijhusen en Zn. wordt prachtig gerestaureerd

Zwolle – Vakmanschap is meesterschap. Dat was vroeger al zo in de tijden van de hoefsmeden, maar dat geldt zeker ook nu. Zwollenaar Boudewijn Seigers kan het beamen. Hij woont sinds drie jaar in het bijzondere ‘smederij’ pand in de Thomas a Kempisstraat en laat het nu restaureren.

Er is mij veel aan gelegen om het pand weer helemaal in de originele staat terug te brengen.”, vertelt Seigers, “In Nederland zijn nog maar twee oude hoefsmederijen waar paarden voor het pand worden beslagen.” Het pand is dan ook een rijksmonument met een karakteristieke travalje en twee bijzondere gevelstenen.

Kunstenaar Floor den Hartog beschildert de gevelsteen van de oude smederij – Foto: © Peter Denekamp

Gevelstenen

Voor het schilderwerk heeft Seigers  kunstenares Floor Hertog ingeschakeld Ze is regelmatig te vinden op het afdakje van de hoefstal waar ze  bezig is met het schilderen van de gevelstenen. “Een heel secuur werkje.” Want de stenen hebben veel detail. Op de ene steen staan een hamer, nijptang, hoefijzer en het jaartal 1885 afgebeeld. Dit is het jaar waarin Hendrik Frederik Eijhuisen een smederij begon in dit pand. De andere steen is van een vroegere datum toen het pand in gebruik was als herberg. Hierop staat een Hessenwagen afgebeeld.  Die steen zat niet altijd in de gevel maar lag  oorspronkelijk achter de smederij.  De steen werd daar  gebruikt als deksel van de rioolput.

Granaatscherf Tweede Wereldoorlog

Het secure schilderwerk is niet het enige wat er moet gebeuren, vertelt Seigers:  “Behalve alles weer in de originele kleuren terug verven hebben we ook de houten palen gerepareerd voor het pand. Het was allemaal verrot. In één van de palen vonden we zelfs een oude granaatscherf uit de Tweede Wereldoorlog”.  Ook hier moet het nodige geschilderd worden. Ook zo’n precisie klus waar Floor Hartog haar hand niet voor omdraait. Als ze klaar is met de gevelstenen gaat ze verder met de letters op het afdak. ‘J.H. Eijhusen en Zn. Fijn – Grof en Hoefsmederij’ moet er komen te staan.

Het is uiteindelijk een prachtig bezit waar iedereen die voorbij komt van kan genieten! Boudewijn Seigers

 

Prachtig bezit

Seigers gebruikt het pand als eigen woonruimte: “Het bezit van een rijksmonument kost je veel geld om het goed te onderhouden. Je moet  alles wat je doet eerst aanvragen. Het kost ook nog eens heel veel tijd. Maar ik heb het er graag voor over. Het is uiteindelijk een prachtig bezit waar iedereen die voorbij komt van kan genieten!”.

Hij wil het dan ook zo veel als mogelijk terugbrengen in de oude staat. “Voor een deel van het pand liggen de oude klinkertjes nog. Vrijdag komt de wijkbeheerder een kijkje nemen. Ik ga dan met hem in overleg of het mogelijk is om de oude klinkertjes weer voor het hele pand te krijgen.” ,  aldus de eigenaar.

Hoefijzers in de stoeptegels van de Thomas á Kempisstraat. Ze beginnen aan de ene kant bij de Coöp en aan de andere kant bij de brug en komen uiteindelijk uit voor de smederij – Foto: © Peter Denekamp

Hoefijzers

Voor iedereen  die het pand niet kan vinden moet toch eens letten op de hoefijzers die in de stoep liggen. Ze beginnen aan de ene kant bij de Coöp en aan de andere kant bij de brug en komen uiteindelijk uit voor de smederij”. Op de vraag of mensen ooit een kijkje binnen kunnen nemen, bijvoorbeeld op Open Monumentendag antwoordt Seigers dat hij het nog niet weet maar niet uitsluit. Misschien dé kans om ooit de oude smidse te zien die ook nog in het pand zit.

In 1835 begon Johannes Bernardus Bos een smederij op deze plek (nu: Thomas à Kempisstraat 38). Op 12 mei 1885 verkocht hij het pand aan Hendrik Frederik Eijhuisen, waarna het bedrijf in 1910 op naam kwam te staan van Jurrie Heinrich Eijhuisen. In 1943 werd dit een firma onder vennootschap met de naam Firma J.H. Eijhuisen en Zoon. Ten slotte werd het pand in 1972 aan de gemeente Zwolle verkocht.

 

 

 

 

 

 

 

Gerelateerde artikelen

Back to top button