Nieuws uit ZwolleVoorpaginaZorg & Welzijn

Stichting de Knuffelkonijntjes komt naar dierenweide Dieze-Oost

Zwolle – Door het grote succes van Stichting de Knuffelkonijntjes is er steeds meer vraag naar hun diensten. Om gehoor te geven aan deze vraag is de stichting een samenwerking aangegaan met het Isala ziekenhuis in Zwolle en de gemeente Zwolle. Ze nemen hun intrek in het gebouwtje van de dierenweide aan de Hogenkampsweg die al een tijdje leeg staat.

Ouderen

De nieuwe dierenweide  in Dieze-Oost gaat de komende maanden flink opgeknapt worden. Voorzitter René te Wierik heeft onlangs de sleutel gekregen. Het is de bedoeling dat de dierenweide verschillende functies krijgt. Zo komt er een ruimte waar ouderen elkaar kunnen ontmoeten onder het genot van een kopje koffie en waar ze activiteiten kunnen houden.

Zieke kinderen

Ook is er straks een plek waar zieke kinderen kunnen spelen en de konijnen kunnen knuffelen. Op de dierenweide zijn vele dieren aanwezig. Denk aan dwerg geiten, pony’s, cavia’s, kippen en natuurlijk ook konijnen. De weide moet een plek worden waar jong en oud kan genieten van dieren, maar waar ze ook kunnen leren over de verzorging.

Foto © Matthijs van Os

Zieke kinderen kunnen hier kennismaken met lotgenoten en ook zijn er plannen voor therapeutische sessies waarin zware onderwerpen besproken kunnen worden, bijvoorbeeld zorg met betrekking het stervensproces.

“Overigens zal deze dierenweide niet alleen voor zieke kinderen of  ouderen zijn, maar een plek waar iedereen, ongeacht ziekte of beperking, kan genieten en samen kan zijn.  Een fijne (buurt) ontmoetingsplek. “, aldus René te Wierik van de stichting De Knuffelkonijntjes.

Het opbouwen van de dierenweide kost veel geld. De stichting krijgt al veel hulp van vrijwilligers. De gemeente Zwolle zorgt voor een steuntje in de rug met een financiële bijdrage. Maar dan zijn ze er nog lang niet, laat de organisatie weten. “Wij hopen dat mensen bereid zijn te doneren voor dit goede doel: een dierenweide voor iedereen. ”

De Knuffelkonijntjes
Foto © Matthijs van Os
Foto © Matthijs van Os

 

Gerelateerde artikelen

Back to top button